Grijze stof- Atrofie
Up voor MissGarfield...:)
Witte stof / grijze stof
-
Marsei
The relationship between white matter fiber damage and gray matter perfusion
The relationship between white matter fiber damage and gray matter perfusion
The relationship between [URL="https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28178867"][U]white matter fiber damage and gray matter perfusion[/U][/URL] in large-scale functionally defined networks in multiple sclerosis.
Van Joan:
[QUOTE]Reduced blood flow in the gray matter causes severity of brain damage in MS...."supporting a primary etiology of GM hypoperfusion." Gray matter matters.[/QUOTE]
[QUOTE][B]Abstract[/B]
[B]BACKGROUND[/B]:
Recent studies utilizing perfusion as a surrogate of cortical integrity show promise for overall cognition, but the association between white matter (WM) damage and gray matter (GM) integrity in specific functional networks is not previously studied.
[B]OBJECTIVE:[/B]
To investigate the relationship between WM fiber integrity and GM node perfusion within six functional networks of relapsing-remitting multiple sclerosis (RRMS) and secondary progressive multiple sclerosis (SPMS) patients.
[B]METHODS:[/B]
Magnetic resonance imaging (MRI) and neurocognitive testing were performed on 19 healthy controls (HC), 39 RRMS, and 45 SPMS patients. WM damage extent and severity were quantified with T2-hyper/T1-hypointense (T2h/T1h) lesion volume and degree of perfusion reduction in lesional and normal-appearing white matter (NAWM), respectively. A two-step linear regression corrected for confounders was employed.
[B]RESULTS:[/B]
Cognitive impairment was present in 20/39 (51%) RRMS and 25/45 (53%) SPMS patients. GM node perfusion was associated with WM fiber damage severity (WM hypoperfusion) within each network-including both NAWM ( R2 = 0.67-0.89, p < 0.0001) and T2h ( R2 = 0.39-0.62, p < 0.0001) WM regions-but was not significantly associated ( p > 0.01) with WM fiber damage extent (i.e. T2h/T1h lesion volumes).
[B]CONCLUSION:[/B]
Overall, GM node perfusion was associated with severity rather than extent of WM network damage, supporting a primary etiology of GM hypoperfusion.[/QUOTE]
The relationship between [URL="https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28178867"][U]white matter fiber damage and gray matter perfusion[/U][/URL] in large-scale functionally defined networks in multiple sclerosis.
Van Joan:
[QUOTE]Reduced blood flow in the gray matter causes severity of brain damage in MS...."supporting a primary etiology of GM hypoperfusion." Gray matter matters.[/QUOTE]
[QUOTE][B]Abstract[/B]
[B]BACKGROUND[/B]:
Recent studies utilizing perfusion as a surrogate of cortical integrity show promise for overall cognition, but the association between white matter (WM) damage and gray matter (GM) integrity in specific functional networks is not previously studied.
[B]OBJECTIVE:[/B]
To investigate the relationship between WM fiber integrity and GM node perfusion within six functional networks of relapsing-remitting multiple sclerosis (RRMS) and secondary progressive multiple sclerosis (SPMS) patients.
[B]METHODS:[/B]
Magnetic resonance imaging (MRI) and neurocognitive testing were performed on 19 healthy controls (HC), 39 RRMS, and 45 SPMS patients. WM damage extent and severity were quantified with T2-hyper/T1-hypointense (T2h/T1h) lesion volume and degree of perfusion reduction in lesional and normal-appearing white matter (NAWM), respectively. A two-step linear regression corrected for confounders was employed.
[B]RESULTS:[/B]
Cognitive impairment was present in 20/39 (51%) RRMS and 25/45 (53%) SPMS patients. GM node perfusion was associated with WM fiber damage severity (WM hypoperfusion) within each network-including both NAWM ( R2 = 0.67-0.89, p < 0.0001) and T2h ( R2 = 0.39-0.62, p < 0.0001) WM regions-but was not significantly associated ( p > 0.01) with WM fiber damage extent (i.e. T2h/T1h lesion volumes).
[B]CONCLUSION:[/B]
Overall, GM node perfusion was associated with severity rather than extent of WM network damage, supporting a primary etiology of GM hypoperfusion.[/QUOTE]
-
Marsei
Verschillen tussen mannen en vrouwen met MS
Verschillen tussen mannen en vrouwen met MS
[URL="https://msresearch.nl/ectrims-2017-vers ... wen-met-ms"][U]Verschillen tussen mannen en vrouwen[/U][/URL] met MS
[QUOTE]Meer dan 7500 MS-ontstekingen van maar liefs 182 MS-hersendonoren zijn voor het onderzoek nauwkeurig in kaart gebracht. ‘Monnikenwerk’ dat heeft geleid tot opzienbarende nieuwe inzichten.
Inge Huitinga: “Op MRI-beelden werd altijd gezien dat er minder ontstekingen waren naarmate het ziekteproces vorderde. Maar als je de hersenen van hersendonoren met MS onder de microscoop bekijkt, zie je bij 76% van de mensen met MS nog actieve ontstekingen.” Van alle ontstekingen die de onderzoeksgroep heeft bekeken is nog meer dan de helft van de aangedane gebieden chronisch actief, zogenaamde sluimerende laesies. Dit is veel meer dan tot nu gedacht werd. Wel is er een grote variatie tussen patiënten. Een andere belangrijke bevinding van het onderzoek is dat het aantal ontstekingen het beloop van de ziekte bepaalt. Hoe meer chronisch actieve ontstekingen, des te ernstiger het beloop.
“We zien duidelijke verschillen tussen mannen en vrouwen. Bij mannen zien we bijvoorbeeld veel meer ontstekingen in de grijze stof, dan bij vrouwen. Daarnaast hebben mannen meer chronisch actieve ontstekingen dan vrouwen. Er zijn drie keer zoveel vrouwen dan mannen met MS maar als mannen MS krijgen is dit vaker met een ernstiger beloop.”
De volgende stap is nu om te kijken hoe deze verschillen te verklaren zijn. Op dit moment onderzoekt de groep van Huitinga welke invloed hormonen hebben op dit proces. Hormonen spelen een belangrijke rol bij herstel, beïnvloeden de mate van ontsteking en beschermen zenuwcellen. Door hormonen te meten in de hersenen van mannen en vrouwen met verschillende vormen en stadia van MS, leren we welke hormonen van belang zijn bij het ziekteproces.
De onderzoeksresultaten bieden aanleiding om met de nieuwste MRI-technieken deze chronisch actieve ontstekingen zichtbaar te maken tijdens leven. Zo kan in de toekomst het beloop van de ziekte bij mensen met MS beter worden voorspeld. [/QUOTE]
[URL="https://msresearch.nl/ectrims-2017-vers ... wen-met-ms"][U]Verschillen tussen mannen en vrouwen[/U][/URL] met MS
[QUOTE]Meer dan 7500 MS-ontstekingen van maar liefs 182 MS-hersendonoren zijn voor het onderzoek nauwkeurig in kaart gebracht. ‘Monnikenwerk’ dat heeft geleid tot opzienbarende nieuwe inzichten.
Inge Huitinga: “Op MRI-beelden werd altijd gezien dat er minder ontstekingen waren naarmate het ziekteproces vorderde. Maar als je de hersenen van hersendonoren met MS onder de microscoop bekijkt, zie je bij 76% van de mensen met MS nog actieve ontstekingen.” Van alle ontstekingen die de onderzoeksgroep heeft bekeken is nog meer dan de helft van de aangedane gebieden chronisch actief, zogenaamde sluimerende laesies. Dit is veel meer dan tot nu gedacht werd. Wel is er een grote variatie tussen patiënten. Een andere belangrijke bevinding van het onderzoek is dat het aantal ontstekingen het beloop van de ziekte bepaalt. Hoe meer chronisch actieve ontstekingen, des te ernstiger het beloop.
“We zien duidelijke verschillen tussen mannen en vrouwen. Bij mannen zien we bijvoorbeeld veel meer ontstekingen in de grijze stof, dan bij vrouwen. Daarnaast hebben mannen meer chronisch actieve ontstekingen dan vrouwen. Er zijn drie keer zoveel vrouwen dan mannen met MS maar als mannen MS krijgen is dit vaker met een ernstiger beloop.”
De volgende stap is nu om te kijken hoe deze verschillen te verklaren zijn. Op dit moment onderzoekt de groep van Huitinga welke invloed hormonen hebben op dit proces. Hormonen spelen een belangrijke rol bij herstel, beïnvloeden de mate van ontsteking en beschermen zenuwcellen. Door hormonen te meten in de hersenen van mannen en vrouwen met verschillende vormen en stadia van MS, leren we welke hormonen van belang zijn bij het ziekteproces.
De onderzoeksresultaten bieden aanleiding om met de nieuwste MRI-technieken deze chronisch actieve ontstekingen zichtbaar te maken tijdens leven. Zo kan in de toekomst het beloop van de ziekte bij mensen met MS beter worden voorspeld. [/QUOTE]
-
Marsei
Gray matter atrophy patterns in MS: A 10-year source-based morphometry study
Gray matter atrophy patterns in MS: A 10-year source-based morphometry study
[URL="https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5684496/"][U]Gray matter atrophy patterns[/U][/URL] in multiple sclerosis: A 10-year source-based morphometry study
[QUOTE][B]Conclusion[/B]
SBM analysis offers a novel way to study the temporal evolution of regional GM atrophy. Over 10 years of follow-up, disability progression in MS is related to GM atrophy in areas associated with motor and cognitive functioning.
[/QUOTE]
[URL="https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5684496/"][U]Gray matter atrophy patterns[/U][/URL] in multiple sclerosis: A 10-year source-based morphometry study
[QUOTE][B]Conclusion[/B]
SBM analysis offers a novel way to study the temporal evolution of regional GM atrophy. Over 10 years of follow-up, disability progression in MS is related to GM atrophy in areas associated with motor and cognitive functioning.
[/QUOTE]