Heb je ons
filmpje gezien over het onderwerp
@AngelNoa?
B-cellen zullen wanneer ze blootgesteld worden aan een indringer zich gaan veranderen in of geheugencellen (die de indringer onthouden en in de toekomst ons lichaam sneller laten reageren) en in plasmacellen die antilichamen/antistoffen gaan maken.
Die antistoffen zijn eiwitten die in ons lichaam rondzwerven en die een aantal dingen kunnen doen met een indringer (in dit geval het virus).
Ze kunnen het neutraliseren door te voorkomen dat het onze cellen kan binnendringen (het kan zich dan niet vermenigvuldigen). Ze roepen andere cellen (die blauwe pac-man) van het afweersysteem op om het virus op te ruimen (opsonatie) en ze laten de virusdeeltjes aan elkaar klonteren waardoor ze ook niet meer goed onze cellen in kunnen en op die manier kunnen ze nog gemakkelijker opgeruimd worden.
Die antilichamen spelen dus belangrijk rol bij de bestrijding van een indringer. Het is niet zo dat wanneer je ze niet hebt je helemaal geen afweer hebt tegen het virus (het afweersysteem bevat meer onderdelen), maar het helpt wel. Zeker wanneer iemand de normale risicofactoren heeft die COVID-19 mogelijk ernstig kan laten verlopen (oude leeftijd, overgewicht, roken, hart- en vaatziekte, longziekte, slechte gezondheid) kunnen antilichamen de doorslag geven.
Bepaalde MS-medicijnen zorgen ervoor dat na infectie of na vaccinatie ons lichaam niet of nauwelijks instaat is om antilichamen aan te maken.
- Mensen die ocrelizumab (Ocrevus) gebruiken hebben geen of nauwelijks B-cellen (die zijn kapot gemaakt door het medicijn, dat hoort zo). Daardoor kan wat er in bovenstaande animatie staat niet gebeuren en heb je dus geen of weinig antilichamen.
- Mensen die fingolimod (Gilenya), siponimod (Mayzent) of ozanimod (Zeposia) gebruiken zijn ook niet goed instaat om een goede antilichaamreactie te weeg te brengen. Dat komt omdat die medicijnen de B- en T-cellen als het ware voor een groot deel 'gevangen houden' in lymfeknopen.
Bij voldoende antilichamen ben je
seropositief -het bloedserum is positief voor een bepaald antilichaam-, ze spreken van
seroconversie als iemand voldoende antilichamen heeft na infectie of vaccinatie.
De kans op
seroconversie bij mensen die bovenstaande medicijnen gebruiken is niet nul. Daarom wordt ze ook een 3e prik met een vaccin aangeboden (3e prik ≠ booster), omdat de kans aanwezig is dat ze hierna wel genoeg antilichamen aanmaken.
Desondanks is het goed mogelijk dat mensen zelfs na drie prikken geen, of niet genoeg, antilichamen hebben opgebouwd. Dat zou, zeker als je die andere risicofactoren hebt, gevaarlijk kunnen zijn.
Die casirivimab en imdevimab (merknaam
REGEN-COV/Ronapreve) zijn antilichamen tegen het coronavirus.
Dat -mab staat voor [Engels] Monoclonal AntiBodies. Ofwel kopieën van een bepaald type antilichaam/antistof. In dat REGEN-COV zitten dus een boel kopieën van twee verschillende soorten antilichamen tegen het coronavirus.
Net als de echte antilichamen kunnen die dus je afweer systeem helpen door te neutraliseren, opsoneren en virussen aan-elkaar laten klonteren.
Er is nog geen standaard behandelprotocol op dit moment. Daarom wordt mensen gevraagd die gebruik maken van Ocrevus, Gilenya, Zeposia of Mayzent, wanneer ze met een PCR-test positief getest worden op COVID-19, zo vroeg mogelijk contact op te nemen met hun neuroloog (poli neurologie) of hun MS-verpleegkundige. Die kunnen dan indien nodig geacht een behandeling met REGEN-COV/Ronapreve starten.